Ik ben teruggekeerd tot Gods familie, buitengewoon gelukkig en opgetogen. Ik houd mijn geliefde vast met mijn handen, terwijl ik mijn hart al aan Hem geef. Toen ik door het tranendal ging, zag ik Gods lieflijkheid. Mijn liefde voor God wordt steeds inniger; mijn hart is gelukkig dankzij Hem. Gods schoonheid beheerst me; mijn hart is intiem met Hem. Ik kan God niet genoeg loven; vanbinnen ben ik vol lofzangen. In het goede land van Kanaän is alles fris en levendig. Ze zijn vol vitaliteit. Levend water vloeit uit de praktische God, ik krijg de voorziening van het leven. Geniet de hemelse zegen, nooit hoef ik meer te zoeken. Ik ben gekomen naar het goede land van Kanaän, zo vreugdevol is het. Liefde voor God straalt oneindige kracht uit. De opstijgende lofzangen drukken onze innerlijke liefde uit. De schoonheid van mijn geliefde bezit mijn hart; door rijke geuren heb ik Hem nog meer lief. ... uit ‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’
Hide player controls
Hide resume playing